Het Dynamische document.

Joost Kircz

Gepubliceerd in: Vakblad. 7de jaargang januari 2001, nr. 57. Pg 14.

 

[Dr. Joost Kircz is directeur van KRA-Publising Research, een onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van elektronisch publiceren en gastonderzoeker in de wetenschappelijke informatiekunde aan de Universiteit van Amsterdam. kircz@kra.nl]

Dynamische documenten

Het dynamische document is in deze tijd van internethype een veelgehoorde term. Een dynamisch document kunnen we beschrijven als een publicatie op een elektronisch medium dat ten minste twee van de volgende kenmerken heeft: 1) naast de platte tekst zijn er ook bewegende beelden en geluid, 2) via zogenaamde hyperlinks wordt de publicatie verbonden met andere publicaties of worden delen van de publicatie met elkaar verbonden, 3) er is een voortdurende verandering van de publicatie mogelijk omdat delen ervan uit een database worden aangeleverd, die onderhevig is aan conjuncturele veranderingen (zoals het weer of de politiek). Neem bijvoorbeeld de webpagina van een verhuurder van vakantiehuisjes. Alleen die huisjes zijn te zien (met een video van hun omgeving en de lokale dier- of autogeluiden) die nog te huur zijn.
Binnen de uitgeverij kennen wij al jaren het losbladig werk. Afhankelijk van de fijnmazigheid van de daarin gepubliceerde informatie is zo'n publicatie natuurlijk ook een dynamisch document. Op hetzelfde plan kunnen we ook boeken situeren die veelvuldig aangevuld moeten worden en vaak aan een herziene druk toe zijn. Mooie voorbeelden daarvan zijn de klassieke Duitse handboeken met fraaie titels als: "Neue Series, Gruppe III, Band 16 (Neuarbeitung und Erweiterung der Bände III/3 und III/9) Teilband b.
Er zijn echter enorme verschillen tussen gedrukte boeken en primair elektronische producten, al zal uiteraard een belangrijk deel van de laatste weer afgedrukt worden voor gebruik.
In een losbladig werk of een handboek wordt de oude informatie vervangen door nieuwe. Een deel van de oude informatie wordt hergebruikt: omgewerkt, herschreven of herhaald, een ander deel wordt nieuw aangemaakt. In een dynamisch document blijft het mogelijk de oude versie nog te raadplegen en de verschillen zelf de beoordelen.

Een document komt nooit alleen

In een elektronische omgeving ligt het probleem van "informatieverversing" anders. Om te beginnen is -in principe- het oorspronkelijk materiaal blijvend beschikbaar in een gegevensbank (database) van de uitgever. Indien dit bestand goed gestructureerd is met behulp van beschrijvende talen als SGML of XML kunnen vrij makkelijk delen veranderd, vervangen of aangevuld worden wanneer nieuwe, voor de lezer relevante, informatie het licht ziet. Dit is echter nog maar het begin van het verhaal, omdat we in een elektronische omgeving nimmer te maken hebben met alleenstaande documenten. Het kenmerk van een elektronische omgeving is immers de capaciteit om heen- en weerverwijzingen aan te brengen; hyperlinks in het jargon. Dit soort verwijzingen zijn niet alleen van document naar document zoals een literatuurlijstje onderaan een artikel, maar ook van een getal, beeld of tekstdeel van het ene document naar een specifiek tekstdeel elders. Verandering van een tekst betekent dan ook een ingrijpende verandering van de aanwezige heen- en terugverwijzingen. Ditzelfde doet zich nu ook voor in losbladige werken van wetsteksten. Het mooie en ook het moeilijke van elektronisch uitgeven is om tot een redactionele aanpak te komen waarbij de structuur van de elektronische artikelen dusdanig is dat verversing eenvoudig is en het beheer van de verwijzingen overzichtelijk blijft. Is er een duidelijke structuur en zijn er duidelijke relaties, dan is immers niet alleen de elektronische versie inzichtelijk, maar kunnen daaruit ook selecties voor elektronische- of folioproducten afgeleid worden. In het elektronisch tijdperk moet de elektronische versie primair zijn en worden alle verschijningsvormen zoals webpagina, druk of desnoods Wap-telefoon daarvan afgeleid.


Nieuw redactionele aanpak

Omdat een elektronisch bestand zo manipuleerbaar is betekent dit ook dat de manier waarop geschreven wordt verandert. Een papieren product kenmerkt zich door een typische essayistische verhaallijn. Een elektronische omgeving staat toe een betoog te presenteren als een verzameling consistente brokken of modules die elk een eigen informatiewaarde hebben. Dit heeft het enorme voordeel dat bij een verandering slechts die stukken worden uitgelicht en verandert die ook verandert moeten worden terwijl andere stukken tekst, beeld of geluid onveranderd kunnen blijven staan. Een dergelijke aanpak houdt in dat de organisatie van het betoog en de verhaallijn anders moet worden aangepakt. Afhankelijk van het vakgebied zullen er nieuwe schrijfregels ontstaan. Hierbij wordt het dan mogelijk om sommige informatiemodules zo te produceren dat ze in verschillende omgevingen -dus meervoudig- bruikbaar zijn. Andere modules zullen zo moeten worden aangemaakt dat ze snel te veranderen zijn voor verschillend gebruik of zodra een "gewijzigde herdruk" mogelijk is.
Een tweede nieuw aspect is de structuur van de relaties tussen de verschillende informatiemodulen. Het heeft natuurlijk geen zin om al die relaties dezelfde waarde te geven zoals nu het geval is met de bekende blauw onderstreepte hyperlinks, noch heeft het zin om een uitputtende lijst mogelijke relaties op te stellen. Het interessante is, en dit is een thema van lopend onderzoek, om een uitgekiende logische verzameling relaties vast te stellen. We kunnen dan denken aan een soort relaties dat de organisatorische structuur weergeeft zoals: onderdeel van, gelijkaardig zijn, grafiek van respectievelijk tabel van, enz. Een tweede soort relatie kan de redenatie aangeven zoals: uitleg van, onderliggende getallen, beargumentering van, enz. Op die manier weet de lezer waar hij/zij vandaan komt of naar toe gaat.
Dit betekent dat in het redactioneel proces aan de structuur van het materiaal veel aandacht zal moeten worden besteed. Pas als de structuur duidelijk is en de componenten en hun relaties helder zijn, kan garant worden gestaan voor een langdurige integriteit en kwaliteit van het uitgeefproduct.
De boodschap van deze bijdrage is dan ook dat het pas zin heeft echt elektronisch producten te maken als er eerst duidelijk inzicht is in de structuur en de mogelijke (lange termijn) veranderingen waaraan het product onderhevig is. Op basis daarvan heeft het pas zin over software na te denken.